Met de alter ego’s Haas & Gaai toverden Ward Zwart en Ignace Cami hun leven als kunstenaar om tot een fabel. Haas & Gaai zijn zelfgemaakte handpoppen van papier-maché en textiel, die de mythe van de immer professionele en succesvolle kunstenaar en het onpersoonlijke van het kunstenveld op een satirische manier aan de kaak stellen. Over Hans & Gaai maakten Cami en Zwart talloze tekeningen, drukwerk, een mislukte tentoonstelling en muziek. Toch is er ook een werk dat niet gemaakt is: een langspeelfilm. In deze aflevering van Kan niet bestaat niet neemt Ignace Cami ons mee op de reis die Haas & Gaai in deze film zouden gaan maken. Bang dat ze hun talent waren verloren en in zak en as na een mislukte tentoonstelling, starten de twee een zoektocht naar een nieuwe mentor, de Witte Raaf. Een knipoog naar het Vlaamse blad dat de maatschappelijke, historische en politieke context van kunst belicht. Tijdens hun reis komen Haas & Gaai allerlei problemen tegen die ze ook zelf weten op te lossen. Ze herwinnen hun zelfvertrouwen en komen erachter dat het niet deze mentor is die ze nodig hebben, maar dat ze de moed en de kracht uit zichzelf kunnen halen. Voor deze parabel haalden Cami en Zwart inspiratie uit volkscultuur en klassieke vertellingen waarin moraliserende elementen worden doorgegeven en een diepere laag met een waarschuwing of oplossing voor het probleem te ontdekken valt. De moraal van het verhaal van Haas & Gaai: je zit nooit vast, je moet er gewoon voor durven gaan.
Cami vertelt in gesprek met Maurits de Bruijn over de oorsprong van de alter ego’s: de mooie, timide en teruggetrokken haas, en de luide, extraverte en allesziende gaai. Ook gaat hij dieper in op de utopie van schaamteloos falen, en hoe een kunstenaarsopleiding binnen een kapitalistisch systeem je klaarstoomt om alleen succesverhalen te delen. Voor Cami speelt falen juist een belangrijke rol in zijn praktijk. Zijn achtergrond in grafiek leerde hem om perfecte reproducties te maken. Slagen staat in de drukkunst centraal: duizenden exemplaren moeten hetzelfde zijn. Toen een docent hem wees op het belang de constructie te tonen binnen beeldhouwkunst, vond Cami een manier het nog niet perfecte, het onaffe, te tonen. En daarin ligt volgens hem juist de mogelijkheid tot transformatie en vooruitgang: falen is een creatief proces waaruit vernieuwing en toe-eigening ontstaan.