In het kader van 40 jaar de Brakke Grond presenteren we het komend seizoen een serie portretten van bekende kunstenaars die een persoonlijke relatie met ons hebben.
Via deze Kroongetuigen komt het verhaal van vier decennia Vlaams Cultuurhuis in hartje Amsterdam tot leven, in de vorm van videoportretten en tekstverhalen. Het jubileumjaar wordt afgesloten in mei 2022, waar tijdens een feestelijk weekend een speciale uitgave verschijnt met alle interviews. Kroongetuigen is een samenwerking tussen de Brakke Grond en De Zendelingen.
Aflevering tien: Voetvolk: Maarten Van Cauwenberghe & Lisbeth Gruwez
Door: Simon Bellens
----------
"Dankzij de Brakke Grond konden we meteen zestien shows in Nederland spelen’."
Voetvolk
Zijn nauwkeurig ge-updatete Excel-sheet is voor componist en zakelijk leider van Voetvolk Maarten Van Cauwenberghe net een tijdreiscapsule. 625 voorstellingen heeft Voetvolk inmiddels op de teller staan, in 39 landen, en voor een totaal van meer dan honderdduizend verschillende toeschouwers. Als hij de rijen doorscrolt, ziet hij dat hun eerste voorstelling, Forever Overhead, een goed jaar na de première in 2007 al op het podium van de Brakke Grond stond: hun intrede in Nederland.
‘Dat was in het kader van het dansfestival Something Raw (de laatste editie ging door in 2018, red.)’, vertelt Van Cauwenberghe. ‘We kwamen aan in Amsterdam en zagen daar de metershoge affiches van het festival. Een foto van onze voorstelling was het affichebeeld.’ ‘Dat waren prachtige posters’, herinnert Lisbeth Gruwez zich, die als danseres en choreografe Voetvolk vijftien jaar geleden samen met Van Cauwenberghe oprichtte. ‘Kan ik ze hier nergens meer vinden?’
Van Cauwenberghe: ‘Voor ons was dat een heel belangrijk moment. Er was een jury voor jonge makers die ons selecteerde voor Blind date, een tour langs Nederlandse zalen die niet wisten welke voorstellingen ze zouden krijgen. Daardoor speelden wij meteen zestien shows in Nederland, van Lelystad tot Enschede. Voor vijftig, zestig, soms ook voor vijf mensen, maar dat was een groot doorbraakmoment.’
Gruwez: ‘Toen we begonnen te spelen in de Brakke Grond, belden we aan en aan de parlofoon vroeg iemand: “Zijn jullie van Platvoet?” (lacht) Moet je weten dat je in de balletschool afgekeurd wordt met platvoetjes.’
Forever Overhead bleek symptomatisch voor het oeuvre dat Voetvolk zou creëren, de sturm-und-drang van Gruwez in volmaakte vereniging met de bezwerende composities van Van Cauwenberghe. ‘Het was alles wat ik toen wou doen’, vertelt Gruwez. ‘Alleen op een podium staan. Mij op een uur tijd zo moe maken. Samenwerken met Maarten. Je moet weten dat die voorstelling een steen van 280 kilo als decorstuk had. Ik kon erop springen, en ervan af vallen, en ik had een motorhelm op die eigenlijk veel te zwaar was. Dat was echt een marteling, ik heb er een nek-hernia aan overgehouden. (lacht) In al die theaters hebben we die steen met een hijskraan naar binnen gehesen.’
Worden jullie nostalgisch van terugblikken?
Gruwez: ‘Wij kijken vooruit. We zijn een beetje slecht in genieten. We beklimmen altijd een berg en kijken dan meteen weer uit naar de volgende. Nu we een beetje ouder worden, moeten we leren genieten van het uitzicht. We hebben nog steeds veel energie, maar ik begon het leeg te vinden om het vliegtuig te pakken, je voorstelling als een bommetje te smijten voor het publiek en dan weer weg te wezen. Ik wil dat mensen niet alleen zitten kijken, maar dat de dans een ervaring wordt.’
De volgende berg die Voetvolk wil beklimmen, is een collectieve wandeltocht van in totaal meer dan zeshonderd kilometer door Vlaanderen, getiteld Hunters & Collectors. ‘Overdag wandelen we naar de zaal waar we ’s avonds zullen spelen’, zegt Van Cauwenberghe. ‘De bedoeling is dat mensen ons op een app kunnen volgen en aansluiten wanneer ze willen.’
Gruwez: ‘De zeven performers zul je gemakkelijk herkennen, zeven Schotse rokken. Maar ik wil vermijden dat we honderden levensverhalen te horen krijgen, we moeten mindfull wandelen. We zullen oefeningen geven, zoals: wandel eens in de voetstappen van je voorganger, voel dat ritme. Voor ze het weten zijn de mensen aan het dansen. Dat wil ik eigenlijk.’
Van Cauwenberghe: ‘We beginnen in Maasmechelen, gaan naar Ieper en vervolgens naar Antwerpen, via zesentwintig zalen. De creatie waarmee we beginnen, is ook niet afgewerkt. We moeten zien hoe die gedeelde wandeltocht van zeshonderd kilometer de voorstelling verandert.’
Gruwez: ‘In de middeleeuwen vonden soms dagenlange groepsdansen plaats, waarbij mensen zich gewoon in trance dansten. Daar was ik graag bij geweest.’
Met de concertvoorstelling Into the Open, waarbij dansers improviseerden op de live punkmuziek van Van Cauwenberghes groep Dendermonde, maakten jullie al een groot feest na de coronaperiode.
Gruwez: ‘Tijdens de coronamaatregelen konden we niet ver weg, maar in die beperking vind je toch een soort vrijheid door voet voor voet te zetten en te beginnen wandelen. Eigenlijk is wandelen voortdurend vallen, en jezelf herstellen.’
Van Cauwenberghe: ‘Het delen is een belangrijk element. We willen ons werk tonen in een andere context, dat is zeker een nieuwe richting voor ons. Maar we moeten ons ook afvragen of we nog wel tachtig shows per jaar in het buitenland willen spelen. Misschien is veertig wel genoeg en kan je zo meer tijd steken in het delen.’
Wat voor feest wensen jullie De Brakke Grond toe?
Gruwez: ‘Een goeie rave party.’ (lacht)
Van Cauwenberghe: ‘Ik vind het heel fijn dat de Brakke Grond die Vlaamse kar blijft trekken. Vlaanderen heeft cultureel toch iets betekend in Europa, misschien zelfs in de wereld, maar door allerlei besparingen is die frisheid van het Vlaams theater stilaan een beetje aan het verdwijnen. Ik denk dat we in Vlaanderen wel iets te vertellen hebben, en dat De Brakke Grond een belangrijke functie heeft om dat te blijven tonen. Ik wens ze dus veel vrijheid toe om te mogen doen wat ze willen, zonder te veel politieke of financiële druk, en zonder dat het hoeft te gaan over een Vlaamse canon. Zodat Vlaanderen er in al zijn diversiteit kan floreren. Zo’n ontdekkingsfestivals als Something Raw moeten ze zeker terug opfrissen.’
Gruwez: ‘Voor beginnend kunstenaars kan de Brakke Grond echt een springplank zijn. Ik hoop dat ze de komende veertig jaar nog een platform kunnen blijven bieden om jonge makers op Nederland los te laten.’
Portret de lage landen
"Het eerste wat opvalt aan Lisbeth Gruwez is haar lichamelijke présence: uiterst beweeglijk, verfijnd, maar nooit gekunsteld. Zoals een plant zich een weg zoekt door de aarde, zo verkent en verovert haar lijf elke ruimte die ze binnenkomt. Ze kan ook niet lang stilzitten: ooit zocht ze tijdens een interview een woord en sprong ze door de kamer om erachter te komen. Het is haar lichaam dat denkt en spreekt, voor alles. Al zit ze niet om taal verlegen: ze vond precies de term die ze zocht."
Naar aanleiding van de Kroongetuigenreeks herpubliceerde de lage landen hun portret van Lisbeth en Maarten.
Lees het portret hier.