Vedran Kopljar is gefascineerd door de verschillende wijzen waarop er betekenis gegenereerd kan worden in de ontmoeting tussen kunstobject en kijker. Hij ontwikkelde het Plank Communication Center als een metaforische methode voor het verder onderzoeken van deze verhouding. Onder het mom van het Plank Communication Center peilt Kopljar wat het kan betekenen om zich langdurig te verhouden tot de reeks ‘Planks’ van de Amerikaanse minimalistische kunstenaar John McCracken.
In mei 2019 kwam Kopljar voor de eerste keer fysiek in aanraking met een plank van McCracken. In het depot van S.M.A.K., het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst, Gent, ontmoette hij de monochroom rode plank Center (1989) uit de collectie van het museum. Later dat jaar trok hij naar New York om daar de activiteiten van zijn artistiek onderzoekscentrum verder te zetten als 'artist in residence' bij Residency Unlimited. Via David Zwirner Gallery kreeg hij er toegang tot het archief van McCracken en ontmoette hij twee van diens planken in de viewing room van de galerie.
De ontmoetingen die Kopljar tot op heden heeft gehad met de planken van McCracken kunnen het best worden omschreven als trage, intieme performances, waarin de kunstenaar, veelal in stilte, gewoonweg tijd doorbrengt met de werken. Dit lang uitgesponnen proces staat diametraal tegenover de manier waarop een doorsnee museumbezoeker vaak slechts kortstondig naar een werk kijkt. Door voortdurend andere houdingen ten opzichte van de planken aan te nemen of zelf schuin tegen de muur te gaan staan alsof hij zelf een plank is, wekt Kopljar de illusie dat hij de grenzen tussen kijker en object tijdelijk zou willen opheffen.
Naast deze fysieke confrontaties, communiceert Kopljar ook via tekeningen met de planken van McCracken. Dit doet hij door op briefpapier – speciaal door hem ontworpen en uitgerust met het logo van het Plank Communication Center – expressieve, abstracte vormen met kleurpotlood aan te brengen. Deze wijze van communiceren zou men kunnen omschrijven als een visuele pendant van de 'écriture automatique' waarbij de auteur het onbewuste aanspreekt en neerschrijft wat er in hem opkomt, ongeacht de syntactische correctheid ervan. Vervolgens worden deze werken op papier met de post verstuurd naar de eigenaars van de plankwerken, doorgaans musea. De bestemmeling, vermeld op de voorzijde van de enveloppe, is daarbij telkens de plank zelf en niet een medewerker van het museum tot wiens collectie het werk behoort.
Tekst: Jeroen Staes