‘Eigengrau’ is het fenomeen dat in de hersenen optreedt in een volledig verduisterde ruimte. De donkergrijze achtergrond die je ‘waarneemt’ bij afwezigheid van licht. Dit bijzondere verschijnsel stond centraal in de performance SUN-SET, de basis van het videowerk dat komende week wordt vertoond.
We spreken met Ezra Veldhuis en Bosse Provoost, maar naast hen werkten ook Benjamin Cools (performer, film en geluidskunstenaar) en Oshin Albrecht (performer, beeldend kunstenaar en theatermaker) mee aan het videowerk, getiteld Even a Sun Disintegrates Now and Then. Het is duidelijk dat we kunnen spreken van multi-múltidisciplinair werk. Precies níet in een kader te vatten en daarom geknipt voor Beyond the Black Box.
Door Joelie Stork
---
Jullie hebben met z’n vieren vanuit verschillende artistieke windrichtingen samengewerkt. Hoe zou je jezelf als maker omschrijven?
Ezra: “Ik ben beeldend kunstenaar, ik studeerde binnen het Atelier Schilderkunst. Maar ik was tijdens m’n studie al veel bezig met multidisciplinair werk; zo maakte ik bijvoorbeeld installaties met schilderijen, van soms wel 7 meter hoog en 3 meter breed, waarin ik aanstuurde op een bevreemdende ruimtelijke ervaring bij de toeschouwer. Inmiddels maak ik ook films op pellicule, lichtinstallaties en werk ik voornamelijk als scenograaf en lichtontwerper mee aan performances.”
Bosse: “Ik heb een theateropleiding gehad, maar ik vind het heel moeilijk om mijn werk vast te pinnen op één medium. Ik ben een podiumkunstenaar in brede zin en in die hoedanigheid staat samenwerking voor mij echt centraal. Ik probeer mensen met een bepaalde menselijke en artistieke ‘skill set’ bij elkaar te brengen in een spannende constellatie. Ik start ook altijd vanuit heterogeen materiaal. Vanuit verschillende beelden, filosofische en literaire teksten, ideeën die uit gesprekken voortkomen, probeer ik intuïtief een wereld op te bouwen, waar ik dan verschillende mensen bij betrek die daarmee aan de slag gaan. Mijn artistieke praktijk loopt steeds via taal en via samenwerking.”
Waar vonden jullie elkaar in die praktijk?
Ezra: “De samenwerking tussen Bosse en mij is ontstaan toen Bosse mij uitnodigde om de scenografie en het lichtontwerp te maken voor Matisklo, een voorstelling die Bosse in 2018 maakte. Voor een kunstenaar die met licht bezig is, biedt een theaterzaal echt onwaarschijnlijk interessante mogelijkheden, en die wilden we samen verder gaan verkennen”.
“Wat ik fijn vind aan onze samenwerking, is dat het heel erg vanuit gesprekken en een gezamenlijk onderzoek voortkomt. Als beeldend kunstenaar ben je vaak heel erg op jezelf aangewezen. Als we eenmaal een concept voor een performance hebben, kom ik vaak al met concrete beelden die ik wil maken. Bosse heeft meer tijd nodig voor hij concreet aan de slag gaat, bij mij begint het al snel te kriebelen. Dan wil ik gaan maken en het beeld zien, om vervolgens vanuit de beelden zelf inhoudelijk verder te werken.”
Hoe beschrijf je jullie gezamenlijke onderzoek?
Ezra: “Bij mij is ‘licht’ al heel lang belangrijk. We beschouwen licht vaak als datgene wat de wereld om ons heen zichtbaar maakt, maar ik wil mensen graag naar het licht zelf laten kijken, naar de subtiliteit ervan. Toen Bosse en ik elkaar leerde kennen, ontdekten we dat dit een gemeenschappelijke fascinatie is.”
Bosse: “Het is soms lastig te benoemen, omdat het gaat over licht in relatie tot een ervaring die bijna metafysisch is. Maar als je dat zo zegt, kom je al gauw in een religieus domein terecht, iets wat met God te maken heeft. Wat erg onsexy is en in essentie ook ver afstaat van wat we doen. Het gaat niet om een geloof in een hogere macht, maar het is toch een soort zintuiglijke ervaring waarin de vanzelfsprekendheid van onze waarneming van de dingen even op de helling gaat en tot iets onzekers of uitzonderlijks verwordt.”
Fragment uit Even a Sun Disintegrates Now and Then
Jullie performance SUN-SET stond aan de basis van deze online expo. Wat was jullie uitgangspunt?
Bosse: “Bij SUN-SET zijn we bij de kosmogonie uitgekomen. Dat is een ingewikkeld woord voor een scheppingsverhaal, maar kan ook slaan op het moment waarbij iets ontstaat uit het niets; een ‘creatio ex nihilo’. In 2019 bezochten we samen een tentoonstelling in The Met in New York over Polynesische scheppingsverhalen. We vonden het fascinerend dat de leegte die de Polynesiërs zich verbeeldden vóór het ontstaan van de wereld, zich over eonen heen uitstrekte, en dat ze zich deze leegte voorstelden als iets zeer dynamisch, een leegte vol potentieel.”
Ezra: “We raakten geïnteresseerd in hoe andere scheppingsverhalen omgingen met het concept ‘niets’, en hoe in de meeste van deze verhalen het licht een sleutelrol speelde. ‘Niets’ is voor ons mensen conceptueel zó onvoorstelbaar dat we niet anders kunnen dan ons telkens ‘iets’ te verbeelden, desnoods ‘iets dat doet alsof het niets is’.
Bosse: “Dat het ‘niets’ onvoorstelbaar is, geldt zelfs op het zintuiglijke niveau. Zo is er het fenomeen ‘eigengrau’ (eigengrijs), dat optreedt wanneer we voor een tijd volledig in het duister zitten en onze hersenen niet om kunnen gaan met het feit dat er helemaal geen stimuli zijn, dat er níets is. Onze hersenen produceren dan een donkergrijze kleur die er niet is, een soort onspectaculaire hallucinatie dus.”
In SUN-SET stond een transformerende theaterzaal centraal. Beyond the Black Box vindt nu online plaats. Hoe heeft dat jullie praktijk veranderd?
Ezra: “We gingen deze film al maken, voordat we wisten dat Beyond the Black Box online doorging. Maar toen we opnames aan het maken waren, hadden we nog de gedachte dat het werk een installatie zou worden. De film zou in een verduisterde zwarte ruimte afspelen. Nu het online is kon dat natuurlijk niet, dus bouwt iedereen nu een eigen installatie door onder een dekentje te kruipen. Het moet het gevoel geven dat je zelf de mysterieuze, vormeloze figuur bent uit de film. Benjamin heeft de film ook met dit idee gemonteerd.”
Wat heb je als maker of als mens van deze tijd met online voorstellingen geleerd?
Bosse: “Ik vond eerder altijd dat er nogal gedweept werd met zoiets als ‘de collectieve ervaring van het publiek’, maar daar zie ik nu wel meer de betekenis van. De eerste paar voorstellingen die we weer live gaan zien, zullen vermoed ik heel bijzonder zijn. Om weer samen te zitten en ons op iets te concentreren. Theater is één van de weinige plekken waar je gedwongen wordt om ergens naar te kijken en te luisteren. Dat is me wel het meest dierbare aan zo’n ruimte en zo’n zaal, dat je dat kunt vragen van je publiek en dat dat van je gevraagd wordt en dat mis ik nu echt wel.”