Al jaren dromen we van een voorstelling waarin het bouwen van het beeld niet achter de schermen gebeurt, maar de voorstelling is. Er zit iets magisch in hoe een beeld tot stand komt. Hoe de onderdelen samen komen, de tussentijdse composities die ontstaan, de arbeid die de lijven moeten leveren om het beeld te maken en de stille samenwerking die daarvoor nodig is.
Onze liefde voor het bouwen op toneel komt niet uit het niets. Wij zijn zelf vrouwen die bouwen. Als ontwerpers creëren we werelden en bouwen we onze eigen decors. Twee jaar geleden hebben we allebei ons eigen huis gebouwd. Wanneer we bouwen zijn we in ons element. Zijn we sterk, daadkrachtig, creatief. In het bouwen hebben we geen vragen over of we het kunnen, alleen maar over hoe. Hoofd zoekt hand en onze handen spreken vanzelfsprekend. Tegelijkertijd is deze vanzelfsprekende ruimte niet voor iedereen vanzelfsprekend. Wanneer we bouwen worden we met blikken en boude uitspraken voortdurend ‘op onze plaats gezet’. Wanneer we bouwen zitten we de normatieve blik van anderen in de weg. We vallen op. Nemen ruimte in.
Dit grote contrast tussen de liefde voor het bouwen, de vanzelfsprekendheid en het zelfvertrouwen dat wij zelf ervaren en de blik van de ander die dat steeds opnieuw bevraagd is het uitgangspunt voor de voorstelling VROUWEN DIE BOUWEN. In deze voorstelling op locatie, die tegelijkertijd een beeldend kunstwerk is en een scenografisch essay, zetten we het vrouw-zijn en creatie centraal.