03 sep 2019

Experten aan het woord: Sara Giannini

Sara Giannini over het werk van Ode de Kort

De expositie UU TWOO van kunstenaar Ode de Kort cirkelt rond de tekens O en de U, een vervolg op eerdere onderzoek naar ovale en ronde vormen.

“Als taal een nieuwe bestemming en vorm krijgt, vinden we nieuwe manieren om te spreken. Dit gebeurt ook in de samenwerking tussen Ode en O en U. Door hun samenspel, dat zeker ook heel humori

de Experten

In het kader van de expositie vragen we drie experten naar de klik met het werk en voornamer, naar het scharniermoment om de kunstenaars op te nemen in hun programma.

Sara Giannini, onafhankelijke curator en onderzoeker

“De Brakke Grond vroeg me om haar solotentoonstelling vorm te geven, zo heb ik het werk van Ode de Kort voor het eerst leren kennen. De consistentie, precisie en diepte van Odes kunstenaarschap raakten me diep. Je ziet meteen hoe haar research- en werkmethode met de letters O en U deel uitmaakt van haar dagelijkse leven. Er spreekt een noodzaak uit het werk, bijna een obsessie, die het echt bijzonder maakt. Ode spreekt over bewegen en trainen met deze tekens. De toewijding, of de verwevenheid van kunst en leven zo je wilt, komt duidelijk naar voren in het werk, dat een wereld op zich vormt, met eigen regels, patronen, bewoners en esthetiek. Door deze opmerkelijke “creatie van een wereld” kan Ode zich heel vloeiend bewegen tussen verschillende media zoals fotografie, performance, film en tekst.” 

In de installatie die ze ontwikkelde, worden verschillende voorwerpen uit de fotografiewereld ruimtelijk ingezet. Het is een vorm van ontwrichting en vertaling tussen beeld en ruimte.

UU TWOO richt zich op twee uiteenlopende oefeningen, enerzijds speelt het idee van de afwezige performer waarbij cut-outs van Odes benen dienst doen als de kunstenaar zelf, anderzijds onderstreept Ode een polemiek van typografische weergaven. Meer nog dan op de letters richt ze zich op de (typo)grafische, performatieve en linguïstische vragen die O en U genereren. Voor Sara speelt dit textuele discours een belangrijke rol. “Door mijn achtergrond in de semiotiek werd ik ook geraakt door het idee van sculpturale taal, alsof O en U typografische lichamen zijn. Ik ben geboeid door de mogelijkheden die dan ontstaan: wanneer taal, een systeem dat reeds bestaat en ons vormt, een lichaam wordt dat uitnodigt tot interactie. Er is dan een verstoring van de machtsverhoudingen waardoor het zelf opnieuw gedefinieerd kan worden. Als taal een nieuwe bestemming en vorm krijgt, vinden we nieuwe manieren om te spreken. Dit gebeurt ook in de samenwerking tussen Ode en O en U. Door hun samenspel, dat zeker ook heel humoristisch is, ontstaan nieuwe vormen, betekenissen en identiteiten. 
 

"Odes performatieve praktijk met O en U is ontstaan uit visueel onderzoek en fotografie. Dat is zelfs haar academische achtergrond. In de tentoonstelling komt de vraag van het scherm en het fotografisch oppervlak sterk naar voren. In de installatie die ze ontwikkelde, worden verschillende voorwerpen uit de fotografiewereld ruimtelijk ingezet. Het is een vorm van ontwrichting en vertaling tussen beeld en ruimte. Ook het idee van reflectie en spiegeling speelt een grote rol. Je kunt stellen dat er sprake is van een voortdurende beweging tussen fotografie, installatie en performance als een manier om te testen hoe je ervaart en weer on-ervaart.”
 

“Toevallig sprak ik Ode na een onderzoeksperiode aan Bard College in de staat New York, over wat ik het “flesh of the voice” noem met betrekking tot feministische artistieke ervaringen. Ik voerde het onderzoek uit nadat ik een jaar had lesgegeven en nagedacht over operastemmen, genderverhoudingen en extase. Dat zijn niet noodzakelijk referentiepunten voor Ode, maar toch heb ik het gevoel dat haar werk over de materialiteit van taal op mysterieuze wijze met deze praktijken resoneert, alsof ze door een zijdelingse lijn met elkaar verbonden zijn. Denk maar aan de taalexperimenten van Theresa Hak Kuyng Cha in de Verenigde Staten, en aan de verpersoonlijkte taalkundige werken van Italiaanse feministische artiesten als Ketty La Rocca, Tomaso Binga en Mirella Bentivoglio. Al deze kunstenaar beoefenden een specifieke, vaak lichamelijke vorm van poesie concrete. Ze onderzochten en verlegden de relatie tussen taal en de vorming van het zelf.” 

De samenwerking met een artiest is een heel transformatieve intellectuele dialoog die op iets heel verrassends kan uitkomen. Deze dialogen gaan vaak verder dan de projecten waaraan we werken.

Als onafhankelijk curator en onderzoeker is Sara nauw betrokken bij het artistieke proces en de ontwikkelingen binnen de nog jonge kunstenaarspraktijk van Ode. “De samenwerking met een artiest is een heel transformatieve intellectuele dialoog die op iets heel verrassends kan uitkomen. Deze dialogen gaan vaak verder dan de projecten waaraan we werken. Sterker nog, het voelt alsof ze nooit stoppen. Door de jaren heen worden ze gevoerd, onderbroken en weer hervat. Sinds het begin van onze samenwerking zijn Ode en ik continu met elkaar in gesprek. We zijn bezig met de meer conceptuele aspecten van haar werk, maar ook met de praktische kant van haar tentoonstelling. Het is fantastisch om met Ode samen te werken; ik voel me verbonden met haar creatieve proces.”