08 feb 2022

Het paralelle universum van Filip Vervaet

Essay door Laurie Cluitmans

In het programma Geestverwanten vraagt Mister Motley denkers en schrijvers koppelingen te maken tussen hedendaagse kunstenaars en kunstwerken uit het verleden. Curator en onderzoeker Laurie Cluitmans bezocht afgelopen maand de tentoonstelling Cascade van Filip Vervaet in de Brakke Grond.

Filip Vervaets installatie roept bij Cluitmans referenties op aan achttiende-eeuwse Engelse landschapsparken, maar ook moet ze denken aan de negentiende-eeuwse Hudson River School-schilder Frederic Church.

Het is een geïdealiseerde verbeelding van natuur en veronderstelde wildernis.

Laurie Cluitmans

Onderstaand essay is ook ingesproken door Cluitmans, Lieneke Hulshof, hoofdredacteur van Mister Motley, stelde haar nadien enkele vragen over de tekst, de referenties die ze maakt en haar eigen onderzoek naar tuinen, landschappen en onze drang om controle te hebben over het landschap.

Via een deur in een kubus van grijs, verweerd uitziend aluminium, betreed je de tentoonstelling van Filip Vervaet, of beter gezegd, treed je zijn wereld binnen. De deur markeert een overgang van de helder verlichte omgeving van de Brakke Grond naar de schemerdonker en sferische wereld van Vervaet. De lockdown dwong ook deze culturele instelling te sluiten en als een stiekeme gast, benadrukt door deze deur, stap ik deze wereld binnen op een dikke laag grijs en korrelig zand. Het is niet het type zand dat je doet denken aan een strand. En afgaand op de grijze laag die het op mijn schoenen achterlaat, lijkt het alsof ik door een laag as heb gelopen. In de eerste ruimte wordt een plantachtige sculptuur van aluminium theatraal uitgelicht (Strange Fruit). De twee takken dragen spaarzame bladeren, allerlei verschillende tropisch-ogende soorten die hier samen een nieuwe hybride plantachtige vormen. In de muur, verwerkt achter een glasplaat en omlijsting, plaatste hij het werk Plato’s Cave dat in fluorescerend blauw, groen en paars een soort van diorama van een grot toont. De grot lijkt diep en in de verte verschijnt vaag een dierlijk skelet aan de oppervlakte. Of verbeeld ik me dat maar? Het werk is geïnstalleerd alsof de grot er altijd al was en Vervaet speciaal voor deze gelegenheid een gat in de muur heeft gemaakt zodat iedereen deze bijzondere oerplek kon zien.

Filip Vervaet, Porta (2021), Strange Fruit (2020), Plato's Cave (2013-15). Installatiebeeld: LNDWstudio
Filip Vervaet, Porta (2021), Strange Fruit (2020), Plato's Cave (2013-15). Installatiebeeld: LNDWstudio

Die dualiteit tussen een gevonden materiaal of situatie versus het gemaakte, het natuurlijke versus het artificiële, sijpelt door in alle werken van Vervaet. Hij verbaast zich over de omgang met de natuur zoals die zich manifesteert in de selectie planten op vensterbanken of in botanische tuinen. Al die flora die uit alle windstreken naar West-Europa werd gehaald om te bestuderen, te cultiveren. Ontwortelen om toe te eigenen onder het mom van verwondering. Het is tekenend voor de dominante omgang met de natuur en het menselijk handelen achter een zogenaamd natuurlijke ervaring. Zo vertelt hij: "Je krijgt ook zo’n soort gevoel bij het uitzicht over bijvoorbeeld een monumentaal bergmassief. Maar je bent daar wel eerst tientallen, misschien honderden kilometers naartoe gereden en hebt je auto vlak voor de ingang geparkeerd, voordat je gaat wandelen. Dan heb je het gevoel dat je de echte natuur ervaart, maar die situatie is heel ambigu. Wat is een landschap eigenlijk?" (Lees het interview met Vervaet hier).

Cascade noemde Vervaet zijn tentoonstelling. Het online woordenboek verduidelijkt de betekenis voor mij: ‘een cascade is een reeks ondiepe of trapvormige watervallen over een rotsachtig oppervlakte, natuurlijk of kunstmatig.’ Het doet me denken aan achttiende-eeuwse Engelse landschapsparken, waarin hele meren en watervallen werden aangelegd met een enorme hoeveelheid mankracht en technisch vernuft om een zogenaamd natuurlijk gevoel aan het park te geven. Een andere referentie die naar boven komt, is het werk van de negentiende-eeuwse Hudson River School-schilder Frederic Church (1826-1900). In het schilderij Autumn uit 1875 bijvoorbeeld of het monumentale Heart of the Andes uit 1859 vormen cascades het middel om de blik van de kijker het landschap in te brengen en rond te leiden. Heart of the Andes is een pastorale verbeelding van verschillende landschappen die Church tijdens een reis in Ecuador tegenkwam. Het is een geïdealiseerde verbeelding van natuur en veronderstelde wildernis. Een indrukwekkend werk en toch is het moeilijk om niet stiekem ook aan die andere landschapsschilder te denken: Bob Ross. Ik hoor hem al zeggen: “I think we’re gonna have a big waterfall today. I absolutely love waterfalls. A little bit of liquid white..[…] Just let it fall. Having a fantastic day.”

Church wist zichzelf, net zoals Ross overigens, goed in de markt te zetten (Ross weliswaar niet vanwege zijn schilderijen, maar vanwege de succesvolle verkoop van zijn kunstenaarsmaterialen). Zo maakte Church een ware happening van het tentoonstellen van Heart of the Andes. Eerst een publieke onthulling en daarna een “één-werk-tentoonstelling” in Tenth Street Studio Building in New York. Naar verluidt betaalden zo’n 12.000 bezoekers een kwartje om de tentoonstelling te kunnen zien. Het is een teken van de enorme populariteit die de kunstenaar – en dit genre – destijds genoten, zowel artistiek als commercieel. Het stelde hem in staat een stuk grond te kopen upstate New York waar hij zijn eigen landgoed aanlegde, genaamd Olana. Alweer een paar jaar geleden had ik de kans Olana te bezoeken. Via een meanderende weg reed ik naar de top van de heuvel waar het oranje-rode landhuis uittorende. De kunstenaar had het in een zelfverzonnen stijl, gebaseerd op Victoriaanse en Perzische motieven, ontworpen.Vanaf de top van de heuvel keek ik uit over een magnifiek vergezicht met de Hudsonrivier en de bergen van de Catskills in de hoofdrol. Het dramatisch effect van deze rit werd in de negentiende eeuw nauw en precies door Church geregisseerd. De blik van de bezoeker wordt via rijen van bomen en open ruimtes gestuurd om een gevoel van ontdekking af te wisselen met het sublieme van de natuur in vergezichten. Hij legde het landschap aan, zoals hij zijn schilderijen heel precies en gedetailleerd samenstelde uit meerdere schetsen van werkelijke locaties.

Filip Vervaet, Sedimental Journey, Cascade Gardens, 2021. Instalatiebeeld: LNDWstudio
Filip Vervaet, Sedimental Journey, Cascade Gardens, 2021. Instalatiebeeld: LNDWstudio

Landschapsschilderkunst werd een tijd gelezen als een ‘manier van zien of kijken’. Er werd zelfs beweerd dat natuurlijke schoonheid pas werd gewaardeerd ná de uitvinding van het landschapsschilderij. Een uitvinding die West-Europees zou zijn en na de middeleeuwen zou zijn begonnen. Een cliché dat met de Chinese landschapsschilderijen en Romeinse en oud-Griekse verbeeldingen van het landschap gemakkelijk teniet kan worden gedaan (landschap is volgens WJT Mitchel een cultureel medium dat een culturele en sociale constructie als natuurlijk presenteert en de artificiële wereld presenteert als een onvermijdelijk gegeven. WJT Mitchel verbindt die ‘way of seeing’ aan de parallelle ontwikkeling van imperialisme).

Je zou Church’ landgoed een 3D-versie van zijn landschapsschilderijen kunnen noemen. Maar datzelfde landschap rondom de Hudsonvallei, waar hij zoveel tijd had doorgebracht om het vak te leren, oogde destijds nog allesbehalve natuurlijk. Het was een tijd van industrialisering en met de Hudson als industriële snelweg was veel van het bos in de omgeving en vallei verdwenen. Het verlangen van Church naar een ongetemde wildernis, naar een landschap uit het verleden, zette hem ertoe aan een totaal gecontroleerde beplanting aan te leggen waarbij de “wow-factor” totaal was ingecalculeerd. Een overbluffend resultaat en tegelijkertijd een beetje een Efteling-achtige ervaring. Dat brengt ons terug naar die fascinatie van Vervaet met ons hedendaagse “bezoek” aan natuur.

Vervaet vertaalt die fascinaties naar een eveneens totaal gecontroleerde setting in de theaterzaal van de Brakke Grond. Deze zaal is als een scenografie in verschillende ruimtes, akten, ingedeeld waar spaarzaam en heel precies enkele beelden staan. Hoewel je het gevoel hebt een geheime tuin binnen te zijn gewandeld tref je hier niets organisch aan. De knallende kleuren van de theaterlampen die de werken uitlichten benadrukken het artificiële. Toch neemt dat niet-organische zo nu en dan duidelijk natuurlijke vormen aan. Zoals in de eerder genoemde hybride plantsculptuur. Maar ook in een doorlopende serie van sculpturen, die achter gelamineerd en gekleurde glas zijn ingelijst. Sedimental Journey, Cascade Gardens uit 2021 bijvoorbeeld, bestaat uit zeven afzonderlijke reliëfs in gips. Het reliëf is een combinatie van vormen die doen denken aan een prehistorische afdruk van planten of juist aan Jugendstil-achtige bloemen en krullen. Het geheel is wild én gecontroleerd. Ingelijst in een box van gecoat glas ontstaat een optische illusie. Wanneer je door de ruimte en langs de werken wandelt, lijken ze onscherp. Pas wanneer je er recht voor staat kun je het reliëf “scherp” zien. Soms is de beweging ook letterlijk aanwezig, zoals in het werk Medusa. Een groot rotsblok, rechtopstaand, met een dunne stof eroverheen gedrapeerd dat in beweging wordt gezet door een ventilator. Het is een heroïsch beeld. Ik zie de Nikè van Samothrake verschijnen.
 

Filip Vervaet, Medusa, 2019. Installatiebeeld: LNDWstudio
Filip Vervaet, Medusa, 2019. Installatiebeeld: LNDWstudio

Landschapsschilderkunst werd een tijd gelezen als ‘manier van zien’. Er werd zelfs beweerd dat natuurlijke schoonheid pas werd gewaardeerd ná de uitvinding van het landschapsschilderij.

Laurie Cluitmans

Die beweging, van de werken en van je zelf, creëert een sterke psychofysische ervaring. Het zand speelt daar een belangrijke rol in. Lopen door een dikke laag zand maakt je extra bewust van je bewegende lichaam en maakt bovendien een geluid dat je aanwezigheid duidelijk aankondigt. Uit grote ronde aluminium bakken die gevuld lijken met een gestolde glimmende materie klinken geluiden, een gerommel, een diep geluid, onweerachtig. Is het prehistorisch? Of juist een geluid uit de toekomst?

Vervaet verweeft verschillende lagen van tijd. Zijn werk en deze scenografie verwijzen naar een verleden, een geschiedenis van beeldhouwkunst bijvoorbeeld, oerbeelden zoals de grot. En die lagen van tijd versmelten ook nog eens samen. Zo is de grot bijvoorbeeld gemaakt in de vorm van de mal van De Denker van Rodin. Via de LED en optische illusies die een digitale associatie hebben refereert Vervaet aan een meer actuele of zelfs toekomstige plek, waar het organische het onderspit heeft gedolven en het niet-organische dominant is, maar gestructureerd volgens het natuurlijke.

Daar waar het landschap van Church over vergezichten en detail van de natuur gaat, is het landschap dat Vervaet creëert afgesloten. Er is geen zicht op de buitenwereld. De theaterlampen doorbreken de illusie van de beslotenheid van deze tuin. Dit landschap is zonder chaos, totaal gecontroleerd. En toch levert deze totaalinstallatie een overdonderend effect, het soort dat onder je huid gaat zitten. Is deze desolate omgeving post-apocalyptisch? Is het sci-fi? Hoewel de tentoonstelling ontdaan is van mensfiguren, is het de menselijke invloed en manipulatie van de natuur die constant doorsijpelt in de ervaring van Vervaets Cascade. In de Brakke Grond onthullen de theaterlampen de scenografie van het menselijke handelen. Cascade, zegt Vervaet, is niet alleen een waterval, maar zou ook zomaar de naam van een buurtdisco kunnen zijn.

 

Tekst: Laurie Cluitmans

De tentoonstelling van Filip Vervaet is helaas niet meer fysiek te bezoeken, wel is er een video gemaakt die hieronder te bekijken is.