Jubileum 
11 jan 2022

Kroongetuigen: de KOE

40 jaar de Brakke Grond

In het kader van 40 jaar de Brakke Grond presenteren we het komend seizoen een serie portretten van bekende kunstenaars die een persoonlijke relatie met ons hebben.

Via deze Kroongetuigen komt het verhaal van vier decennia Vlaams Cultuurhuis in hartje Amsterdam tot leven, in de vorm van videoportretten en tekstverhalen. Het jubileumjaar wordt afgesloten in mei 2022, waar tijdens een feestelijk weekend een speciale uitgave verschijnt met alle interviews. Kroongetuigen is een samenwerking tussen de Brakke Grond en De Zendelingen. 

Aflevering zes: de KOE

Door: Jonathan van der Horst

-----------

De KOE in drie kleuren

‘Of je dat hele verhaal even opnieuw kan doen?’, vraagt Willem de Wolf aan zijn compagnon Peter Van den Eede nadat net een doortrekkend toilet ruw de video-opname van ons interview heeft verstoord. Het had zo een regel uit een scène van Compagnie de KOE kunnen zijn. Het Antwerpse theatergezelschap, momenteel bestaande uit Willem de Wolf, Peter Van den Eede en Natali Broods, maakt al ruim 30 jaar furore met voorstellingen vol metatheatrale grapjes, autobiografische uitweidingen en ogenschijnlijk willekeurige filosofische beslommeringen, die samen telkens weer een groter verhaal vormen dan ze in eerste instantie misschien doen vermoeden. De Brakke Grond mag al bijna dertig jaar deel van dat verhaal uitmaken. Daarom leek het ons een goed idee om, in deze donkere wintermaanden, naar het gezamenlijke verleden, heden en de toekomst te kijken. Maar dan niet, zoals bij Dickens, in de vorm van drie geesten, maar in de drie kleuren waarmee de KOE zelf ooit de hele westerse geschiedenis probeerde samen te vatten: zwart, rood en wit. 


Zwart: het verleden

Er zullen maar weinig mensen zijn die zich het ontstaan van de Brakke Grond nog actief kunnen herinneren. Maar Peter Van den Eede is zo’n persoon. ‘Ik herinner mij nog dat toen ik achttien jaar was, ik op het nieuws zag dat er een Vlaams Cultuurhuis in Amsterdam was geopend. Ik kan me nog altijd voor de geest halen hoe ik toen voor de tv zat. Als ik nu in de Brakke Grond kom spelen, moet ik nog altijd aan dat moment terugdenken.’ Maar dat de band al zo vroeg gesmeed werd, betekent niet dat het ook meteen klikte. ‘Zo'n 30 jaar geleden was er een programmator in de Brakke Grond die ons helemaal niet mocht.’, vertelt hij verder. ‘We deden het voor de rest wel goed in Nederland. Op dat moment speelden we eigenlijk meer in Nederland dan in Vlaanderen, maar hij moest niks van ons hebben. Alleen werd hij op een bepaald moment ziek. Toen hij zieker en zieker werd, wilde hij ons als geste toch een kans geven en programmeren. Zo werden we toegelaten tot de Brakke Grond. Ik vond dat zo’n ongelofelijk mooi gebaar. Ik zal het nooit vergeten.’

Hoewel Willem de Wolf toendertijd nog helemaal niet bij de Koe betrokken was, heeft ook hij erg warme herinneringen aan zijn eerste aanraking met het Vlaams Cultuurhuis. ‘De eerste keer dat ik in de Brakke Grond speelde, was in 1995 met mijn gezelschap Kas & de Wolf. Ik weet nog heel goed hoe het was om toen als redelijk beginnende theatermaker in zo’n huis aan te komen en dan een band met de techniek te proberen krijgen. Je werd als nieuweling natuurlijk altijd een beetje gewantrouwd. Ze wilden je een beetje testen om te zien wat voor vlees ze in de kuip hadden. Ik weet nog dat er een technicus was, Hans, altijd gekleed in spijkerpak, die dan een beetje achterover geleund ging zitten kijken of wij wel een beetje leuk waren. Maar als je dan een paar goede grappen maakte, waaruit bleek dat je humor had, dan deden ze ook alles voor je. Ik heb de techniek van de Brakke Grond altijd ongelofelijk goed gevonden.’ 

Natali Broods haakt daarbij aan: ‘Ja, je bouwt na een tijdje echt een band op met zo’n plek en met de mensen daar. Met elke voorstelling die we maken passeren we wel in de Brakke Grond. Ondertussen spelen we wat minder in Nederland dan in de tijd waar Peter over spreekt, maar het is fijn om er met de Brakke Grond een vast anker te hebben. Ik vind het ook altijd leuk dat we daar meerdere keren achter elkaar spelen. Dat je niet al ‘s avonds terug naar huis moet. Telkens als we er aankomen is het weer: “Hehe, Amsterdam.” Altijd datzelfde parcourtje, altijd hetzelfde hotel, maar wel met een andere voorstelling en andere collega's. Ik vind dat erg fijn.’


Rood: het heden

Hoewel het gezelschap door de jaren heel erg geëvolueerd is, zijn er ook veel dingen hetzelfde gebleven. De KOE zet zelfs geregeld werk van vroeger terug op het programma. Zo hernamen Peter en Willem vorig jaar De Nijl is in Caïro aangekomen en dit seizoen staat er, mits corona het toelaat, een vervolg op De man die zijn haar kort liet knippen op het programma. ‘Het is gewoon leuk dat we in al die jaren heel veel repertoire hebben opgebouwd,’ zegt Peter. ‘Nu is dat anders, maar vroeger waren wij één van de weinige groepen die eigen stukken maakte. Dus nu we een eigen repertoire hebben, is het ook leuk om dat af en toe weer door de bril van nu te bekijken en te zien op welke manier het nog steekhoudt. Zien of we er nog een nieuwe dimensie aan kunnen toevoegen.’ 

‘Ja, het is altijd wel fijn om de dingen weer te herzien,’ neemt Willem over. ‘Ik heb zelf niet in het origineel van De Nijl is aangekomen in Caïro meegespeeld, maar gek genoeg merkte zelfs ik al snel dat het materiaal ons nu eigenlijk beter ligt. Omdat we zelf ook ouder zijn geworden en de tijd waarin we kunnen terugblikken langer is geworden dan de tijd waarin we vooruit kunnen kijken. De voorstelling gaat daar ook over. De tekst had dus een nieuw soort belang gekregen.’ Peter voegt al lachend toe: ‘Hoe ouder we worden en hoe meer we hernemen, hoe relevanter we eigenlijk worden.’

Maar af en toe is er ook wel de behoefte om patronen te doorbreken. Daarvoor werkt het gezelschap veel samen met andere theatergroepen, zoals met het Nederlandse gezelschap mugmetdegoudentand en – in de voorstelling DAVID of hoe we ons bedacht hebben – met Hof van Eede en De Nwe Tijd. ‘Het is heel noodzakelijk om met zijn drieën geïnspireerd te blijven en een bepaalde frisheid te behouden’, zegt Willem. ‘Daarbij is het goed om af en toe met anderen samen te werken. Het is ook fijn om de manier waarop wij schrijven en spelen met anderen te kunnen delen en te specificeren door met andere werkwijzen geconfronteerd te worden.’ Ook Natali beaamt het belang daarvan: ‘Het is natuurlijk ook zo dat wij altijd met één vrouw en twee mannen op scène staan. Daarom is het interessant om af en toe met die verhoudingen te kunnen spelen en de dynamiek die daaruit voortkomt te doorbreken.’


Wit: een nieuw begin

Die verhoudingen zullen de komende tijd sowieso permanent veranderen. Vanaf 2022 fuseert de KOE namelijk met Hof van Eede om samen DE HOE te worden. ‘De naam verwijst naar de twee gezelschappen,’ vertelt Peter. ‘De “Ho” van Hof en de “oe” van Koe. Maar buiten dat verwijst het vooral naar de belangrijkste vraag die de kunstenaar zich moet stellen: “Hoe doe je het?” En dan is er ook nog die verwijzing naar de rockgroep (The Who, red.), maar die is minder van belang.’ (lacht)

Gevraagd naar het waarom van deze fusie komen zowel praktische als artistieke beweegredenen bovendrijven. ‘Hof van Eede was nog niet structureel gesubsidieerd’, zegt Natali. ‘Zij werkten van project naar project en hadden bijvoorbeeld ook nog geen eigen kantoor met zakelijke en productionele functies. In een maatschappij waarin wij toch van alles en nog wat delen, van auto's tot fietsen en zelfs steps, dachten we dat het misschien wel een goed idee zou zijn om dat soort dingen ook meer samen te doen.’ 

‘En daar komt bij dat als je als gezelschap meer dan 30 jaar bestaat’, aldus Peter, ‘je op een bepaald moment ook moet beginnen nadenken over hoe je dat op een relevante manier wilt verder zetten. Wij worden zelf ouder, maar tegelijkertijd komen er bij de KOE heel veel jongeren kijken en krijgen we vaak de vraag om bij ons te komen spelen. Dat is super fijn, maar tegelijkertijd hebben wij vaak niet de middelen om dat te kunnen doen. Dus zochten we naar een manier om dat in de toekomst meer mogelijk te maken.’

‘Ik vind het knap dat het Peter toch altijd lukt om niet als een bezetene aan dat gezelschap van hem vast te houden,’ zegt Willem. ‘Om het roer telkens weer helemaal om te durven gooien. Elke keer opnieuw. Het is niet evident om na 30 jaar te besluiten dat een gezelschap een nieuwe naam en een nieuwe samenstelling moet krijgen. Ik vind dat gedurfd. Het is altijd maar de vraag hoe het uitpakt, maar het getuigt in ieder geval wel van artistieke lef.

Videoportret

Bekijk hier ook het videoportret van de KOE, en van de andere Kroongetuigen.