28 okt 2021

In gesprek met Filip Vervaet

Het landschap achter de discopoort

Filip Vervaet, Down by the river.

Je gaat een expositiezaal binnen, maar voelt wel dat je op een soort zand loopt. Ondertussen lijk je in een droomlandschap terecht te komen. Wat is eigenlijk nog binnen en wat buiten? Filip Vervaet vertelt over zijn aankomende solotentoonstelling 'Cascade'.

Interview en tekst door Maarten Buser

---

Cascade is eigenlijk een vervolg op een eerdere tentoonstelling. Hoe zit dat precies?
"In 2019 had ik een expositie in De Warande in Turnhout, Up on the hill, Down by the river. Daar kreeg ik twee verdiepingen tot mijn beschikking, met allebei een eigen architectuur waarop ik heb ingespeeld. Een daarvan was een onderwereld: een wat donkerdere, theatralere ruimte. Die insteek ga ik verder ontwikkelen voor de grote theaterzaal van de Brakke Grond. Deze keer maak ik echter niet zozeer gebruik van de architectuur die er al is, want de theaterzaal is op zichzelf vrij leeg, maar ik ga echt een architecturale ingreep plegen."

Wil je meer vertellen over die ingreep?
"Bij de ingang maak ik een aluminium kubus met een deur. Dat is een soort poort die je naar een parallelle wereld leidt. Een belangrijke inspiratiebron daarvoor is de toegang van een discotheek. Volgend op de zijde van die kubus, zet ik een balk neer die elke zijde van de rechthoekige zaal raakt. Daardoor ontstaan vier donkere, driehoekige ruimtes en één centrale binnenruimte waarin extra aandacht is voor de belichting. Je merkt eigenlijk niets meer van de zaal zelf, behalve de afmetingen. Je kunt in principe vrij door de expositie lopen, maar de poort zorgt ervoor dat er eigenlijk wel een vaste route is; een bepaalde scenografie. Ik ben voor de tentoonstelling ook uitgegaan van een soort scenario, met een spanningsopbouw en het opbouwen naar een hoogtepunt. Elk van de vijf segmenten is net een andere wereld. Door de opzet kun je ook nooit de hele ruimte overzien. Met een vrij eenvoudige structuur wil ik zo een gevoel van desoriëntatie oproepen. Op de grond komt trouwens een soort gravel te liggen; zwarte aarde eigenlijk. Als je daarop loopt beweeg je je ook op een andere manier. Ik speel zo bewust met de grenzen tussen binnen en buiten. Je bent in een expositieruimte, maar hebt ook het gevoel dat je in een buitenwereld bent; denk aan een botanische tuin in een serre."

Over scenografie en de theaterzaal gesproken: wat heb je zelf met het theater?
"Het meeste heb ik met de spanningsopbouw, specifiek ook hoe licht daarvoor wordt ingezet. (Lachend:) Als ik naar een optreden ga, maak ik niet snel een foto van de band, maar wél van de belichting. Om terug te komen op de discotheek: ik vind het het boeiendst als de dansvloer nog leeg is en de lichten je het gevoel geven dat er iets op het punt staan om te gebeuren. Eigenlijk verschilt dat niet heel erg van hoe het licht kerken binnendringt door glas-in-lood, wat ik trouwens ook een heel interessant fenomeen vind. De hele architectuur heeft dan als doel om een ervaring op te roepen. Ook bij grotten zie je dat weleens, dat daar een hele lichtshow is opgezet om die ervaring nog “magischer” te maken; alsof de grot bezoeken op zich nog niet bijzonder genoeg is. Dat fascineert mij: de menselijke hand achter een natuurlijke of mystieke ervaring."

Probeer je zelf ook zulke ervaringen op te roepen?
"Ik wil de ervaring van de bezoeker vormgeven door verschillende zintuigen aan te spreken; een beleving oproepen die echt als fysiek wordt ervaren. Ik zie een parallel met landschappen, die vaak terugkeren in mijn oeuvre: je krijgt ook zo’n soort gevoel bij het uitzicht over bijvoorbeeld een monumentaal bergmassief. Maar je bent daar wel eerst tientallen, misschien honderden kilometers naartoe gereden en hebt je auto vlak voor de ingang geparkeerd, voordat je gaat wandelen. Dan heb je het gevoel dat je de echte natuur ervaart, maar die situatie is heel ambigu. Wat is een landschap eigenlijk? Ik ben geen activistische kunstenaar, maar zulke vragen vormen wel een laag van mijn kunst."

Ik ben voor de tentoonstelling ook uitgegaan van een soort scenario, met een spanningsopbouw en het opbouwen naar een hoogtepunt.

Filip Vervaet

Hoe zie je de samenhang tussen de verschillende beelden in Cascade?
"De expositie zelf is een soort imaginaire tocht langs allerlei afzonderlijke sculpturen die op zichzelf staan. Maar ook in de beelden zelf komen heel diverse invloeden bij elkaar: je kunt er natuurtaferelen in herkennen, maar ook de digitale media die je blik daarop vormgeven. Ik refereer aan de traditie van de beeldhouwkunst, maar roep ook een sciencefictionsfeer op. Die combinatie is ook een vertaling van de huidige tijd waarin zoveel verschillende dingen op je afkomen. Samen vormen die kunstwerken een soort landschap met een eigen samenhang, mede dankzij dat zand dat alles bij elkaar brengt. Eigenlijk werkt de tentoonstelling op dezelfde manier als een droom, waarin je ook allerlei vreemde dingen tegenkomt. Het onderbewustzijn is ook een belangrijkste inspiratie voor me."

 

Cascade is ook de titel van een van je sculpturen. Waarom heb je de tentoonstelling naar juist dát kunstwerk vernoemd?
"Cascade is wel een woord waar je je van alles bij kunt voorstellen; niet alleen natuurscènes. (Lachend:) Het klinkt ook wel een beetje als de naam van een discotheek, vind je niet? (Serieuzere toon:) Die sculptuur is een groot, bronzen werk, geënt op mijn eigen horizontale en verticale reikwijdte. Oorspronkelijk heb ik daarvoor een soort landschap gekleid. Ook hier zie je het idee van een poort terug: enerzijds is het een zwart vlak, maar anderzijds ook een landschap dat je binnen kunt treden. Dat 1:1-formaat komt ook veel terug in andere kunstwerken, zoals Collumn. Dat is zo hoog als ik met mijn armen kon komen. In mijn hele oeuvre komt de menselijke figuur nooit direct voor; hoogstens via sporen, die tegelijkertijd op een soort afwezigheid wijzen. In de sculptuur Cascade zie je mijn vingerafdrukken terug; het maakproces is zichtbaar. Dat geldt eigenlijk ook voor de gehele expositie: als je goed oplet, komt overal de menselijke hand wel in terug."

Als je goed oplet, komt overal de menselijke hand wel in terug.

Filip Vervaet