Bij ons in residentie: Dolores Bouckaert. Na twee jaar van stilstand stroomt ze over van de goesting om te maken. Nog geen week in residentie in de Brakke Grond en ze heeft al drie ideeën voor nieuwe voorstellingen: iets wat ze zich een jaar geleden nog niet had kunnen voorstellen.
Door Lies Mensink
---
Met een dubbele orgaantransplantatie nam Dolores Bouckaert afscheid van een lichaam dat een zware last, maar ook haar inspiratie en drijfkracht was. Losgerukt van zichzelf dacht ze na de operatie nooit meer kunst te maken: “Ik had niets meer te zeggen.”
Dolores Bouckaert is veel: regisseur, auteur, acteur, performer, beeldend kunstenaar. Een tekening kan bij haar een voorstelling worden, een rit op een paard wordt een film en een wandeling kan de basis van een kunstinstallatie worden. Het een vloeit voort uit het ander, maar alles vindt haar oorsprong in hetzelfde DNA: in het kind dat met haar kunstenaarsmoeder voor tentoonstellingen en residenties de hele wereld overvloog. En in een niet evident lichaam met een geschiedenis van ziekte. Sinds haar 12e lijdt Dolores aan diabetes, tegen haar 40e ligt ze 3 dagen per week aan de nierdialyse. Het lichaam heeft Dolores gehinderd, maar ook deuren geopend: “Dat lichaam was een drijfkracht die me stuurde. Het ene moment kon ik doodziek zijn, maar eenmaal op scène moest staan was dat lichaam subliem. Na de voorstelling stortte het weer terug in. Ik had er een heel fascinerende relatie mee.”
Dolores praat over haar lichaam alsof het buiten haar bestaat, alsof het een van de honderden kostuums die ze bezit is en het af kan werpen. In haar voorstelling Galop(Biografie van een lichaam) voerde ze haar lichaam op als personage. “Ik wilde naar dat leven van mijn lichaam kijken en stel me de vraag wat ermee gaat gebeuren. Ik wist: er komt ooit een dubbele orgaantransplantatie aan. Wie zal ik daarna zijn?” Het antwoord op die vraag komt eerder dan verwacht, midden in de tournee van haar voorstelling Galop (Biografie van een lichaam) en slechts drie dagen op de wachtlijst voor orgaandonatie krijg ze het telefoontje. Acht uur later gaat ze onder het mes.
"Op alle vlakken voelde ik me onthoofd: losgerukt van degene die ik ooit was geweest"
Dolores Bouckaert
“Ik was er totaal niet op voorbereid. Ik zou nog psychologen zien; ik moest onderzoeken ondergaan en plots bellen ze. Het is grof om te zeggen, maar het voelde voor mij bijna als een verkrachting. Ik had het gevoel dat mij iets was aangedaan waarbij ik geen keuze had. Op alle vlakken voelde ik me onthoofd: losgerukt van degene die ik ooit was geweest. Ik zat in een relatie van meer dan twintig jaar en ook die is gestopt op dat moment. Hij herkende mij niet meer en ik wist niet meer wie ik was. Iedereen rondom mij was aan het vieren: ‘Fantastisch! Je hebt een nieuw leven! Proficiat!’ Ik kon daar niet in meegaan en durfde niet te zeggen dat ik me niet goed voelde. Wat mij heel erg verontruste was dat ik nooit meer op de scène wilde staan. Ik had niets meer te zeggen, ik was een leeg omhulsel geworden."
“Ik zat met een gigantisch schudgevoel. Ik dacht: gij kunt niet meer zijn wie ge was - alles moet vanaf nu zinvol en betekenisvol zijn. Je moet jezelf geven aan de mensen! Ik moet voor een asiel werken, of voor Artsen Zonder Grenzen, vrijwilligerswerk doen, me inzetten voor palliatieve zorg! Niet meer zomaar op een podium staan: het is gedaan met onnozel doen. Dat alles ging gepaard met een depressie: ik ben echt een jaar lusteloos geweest. Toen moest ik terugdenken aan een televisie-interview van moraalfilosofe Martha Nussbaum over wat het leven de moeite waard maakt. Ik zag het voor het eerst toen ik 18 was en het heeft mij enorm geraakt. Nussbaum heeft haar leven gewijd aan het onderzoeken waar het DNA van ons moreel denken zit en hoe beïnvloedbaar we daarin zijn. Die vraag naar het morele denken werd na die transplantatie enorm versterkt en ik ben me gaan verdiepen in haar werk.”
“Een jaar lang heb ik de tijd genomen om haar boek de Breekbaarheid van het Goede te bestuderen. Ik heb dat boek aan veel mensen gegeven onder meer aan Dirk de Wachter, Connie Palmen en Barbara Raes, aan veel kunstenaars, maar ook aan mensen die zelf een transplantatie hadden ondergaan. In totaal zijn er twaalf mensen die ik heb gevraagd het boek met me mee te lezen en erover te spreken tijdens een bijzondere wandeling langs de Leie, de plek waar ik ben opgegroeid. Het landschap geeft de gesprekken vorm en valt op miraculeuze wijze samen met de inhoud van het boek. Mijn onderzoek komt op een moment waarop iedereen zichzelf vragen aan het stellen is: hoe sta ik in het leven? Wie ben ik als kunstenaar; als mens, als moeder, als lief?”
“Ik ben nog meer in mijn rol als maker gesterkt”
Dolores Bouckaert
“Wat er in de afgelopen maanden is gebeurd, zorgt ervoor dat ik nu meer dan ooit bruis om te maken. Ik ben nog meer in mijn rol als maker gesterkt en heb het gevoel dat ik veel vrijer ben dan vroeger. Al ga ik het uiteindelijk wel voor een publiek brengen, dit onderzoek doe ik voor mezelf en niemand anders. Ik weet niet of ik vroeger werk voor mezelf maakte; ik denk dat ik vooral iets wilde maken wat mensen goed of mooi vinden. Misschien is dat niet altijd de goede insteek geweest.”
Voor Dolores was het door haar kwetsbare gezondheid spannend om naar de Brakke Grond te komen. Met acht zelftesten op zak, ontzettend veel materiaal en een hoofd vol ideeën werkt ze in de Tuinzaal en dat werpt al vruchten af. “Ik heb een jaar lang zitten nadenken, maar hier wordt mijn creativiteit aangescherpt. Mijn huis hangt vol met werk, van mezelf en van anderen; het is een soort minimuseum waar ik me moeilijk kan concentreren. Hier is alleen die ruimte, dat geeft een soort helderheid. Ik wilde een beamer, een tafel, een scherm, dan nog losse tafels, die staan daar en meer is er niet.”
“Ik moet iemand begraven die er niet meer is en een nieuw iemand verwelkomen”
Dolores Bouckaert
Voor de ramen hangen een aantal wit doorschijnende kanten jurken. “Dat is iets wat heel typisch is aan mijn werk, ik heb meer dan honderd kostuums. Het mij toedienen van andere lichamen was heel belangrijk voor mij. Het was voor mij een manier om te ontsnappen aan dat stomme lichaam dat altijd maar ziek was.” Na een noodgedwongen afscheid van het oude lichaam, beslist Dolores ook afstand te doen van de kostuums. “Ik moet iemand begraven die er niet meer is en een nieuw iemand verwelkomen. Mijn kostuums geef ik aan de mensen die belangrijk voor mij zijn geweest en ben dat aan het portretteren. Het zijn allemaal jurken dus dan krijg je dat iemand als Dirk Pauwels opeens een jurk van mij aan heeft. Ik heb ook een kostuum voor Connie Palmen mee, zij komt volgende week langs.”
Van het onderzoek naar Breekbaarheid van het Goede maakt Dolores een film; van de portretten maakt ze een publicatie en een tentoonstelling. Dolores doneert zo als het ware de delen van haar oude zelf om bij een nieuwe drager verder te leven. De drang om na de transplantatie terug te geven, die aanvankelijk iedere vorm van creatie lamlegde, vindt nu juist een uitweg in haar kunstenaarschap. “Inmiddels weet ik: als kunstenaar kun je ook heel veel voor mensen betekenen."