John Berger legt in Ways of Seeing bloot dat het waar en wanneer we iets zien van invloed is op wat we zien. Voor Beyond the Black Box bezoekt Rita Hoofwijk drie werken samen met een andere bezoeker en diens manier van kijken. Ze schrijft niet over het werk zelf, wel over een deel van de context van het bezoek.
12 februari: HALL12 - Encounter Activism van TAAT / SoAP Maastricht
Het is 12 uur ‘s middags. Over één uur gaat Anneke Tonen een wandeling maken, in stilte, met een ander. Die wandeling, die ook HALL12 - Encounter Activism is, vindt plaats in het Rembrandtpark in Amsterdam. Zelf ben ik niet in Amsterdam en aangezien reizen momenteel wordt afgeraden, volg ik deze keer de bezoeker tot aan het werk, niet verder.
Anneke Tonen is directeur van SoAP, maar heeft nog niet eerder over de inhoud van dit werk gesproken met TAAT, het collectief van Breg Horemans en Gert-Jan Stam, verbonden aan SoAP Maastricht. Misschien is HALL12 ook niet zozeer een werk dat zich laat bespreken, aangezien het zo op de (zwijgende) ervaring gericht is. Anneke vraagt zich hardop af of de makers het zelf al eens gedaan zouden hebben, de wandeling. ‘Dat zal toch wel?’
Van tevoren heeft ze een mail gekregen van TAAT met een aantal mogelijke tijdslots. Ze kreeg een mail terug met een (ander) tijdslot. Vervolgens kreeg ze een brief en een ballon toegestuurd en later opnieuw een mail met daarin Google Maps-coördinaten. Die laatste heeft ze voor de zekerheid opgezocht op haar telefoon, ondanks dat ze de weg in en naar het Rembrandtpark kent. De ander, degene met wie ze deze wandeling zal delen, is haar nog onbekend. In elk geval in zoverre dat ze nu niet weet wie het is. Ze denkt er wel over na wie het zou kunnen zijn.
Buiten vriest het. Terwijl we bellen, zit Anneke op haar verwarming. Er liggen warme kleren klaar. Ze heeft thee in een thermoskan gedaan en ook twee boterhammen met kaas ingepakt. De (blauwe) ballon zit al in haar jaszak.
In december heeft ze in Maastricht een eerdere bezoeker van HALL12 gesproken, die haar toen vertelde ‘dat het zoeken is’, in het begin. Dat verwacht zij nu ook. Toch heeft ze zelf al wat kunnen oefenen met spreken in stilte, onder andere via Building Conversation. Ze is benieuwd waar hun lichamen zullen geraken, in het lopen in stilte.
Haar volgende tijdslot, een andere performance, is om vier uur, binnenshuis. Dan moet ze in elk geval terug zijn, maar ze gaat ervan uit dat de wandeling niet langer dan een uur zal duren. Ze weet niet precies waarom. Het lijkt een goede tijd voor de ontmoeting. We spreken af dat ze mij zal bellen achteraf. Het is 12:22 als we ophangen en zij haar warme kleren aan gaat doen om te vertrekken. Het is een mooie, heldere dag, zegt ze. ‘Een goede dag voor een wandeling.’
- Anneke gaat naar HALL12 - Encounter Activism -
Ik zit binnen. Vanuit mijn atelier zie ik sneeuw op de daken liggen. Ik denk terug aan mijn eigen ontmoeting met én tijdens het werk, een tijd geleden in Brussel. Het was een eerdere versie, ballonnen waren er nog niet, sneeuw ook niet. Ik stel me Anneke voor met haar blauwe ballon in het park in de sneeuw.
Het wordt 14 uur, en dan later. Het is 14:40 als mijn telefoon gaat.
Ik heb alleen haar stem en zij heeft haar stem weer terug. Het valt me op dat ik kan horen dat ze buiten is (geweest). De kou zit in haar stem, maar ze klinkt ook enthousiaster, hoger in energie. ‘Ik had veel zin om te praten,’ zegt ze.
Terwijl we bellen, is ze onderweg terug, naar huis. De wandeling duurde inderdaad ongeveer een uur, maar ze hadden nog even nagepraat. Er was thee en rum. Ik hoor nu ook dat er spanning uit haar stem is. Ik vraag haar wat ze gaat doen als ze thuiskomt. Ze denkt na. Het is stil. Dan zegt ze dat ze nog even niets gaat doen. Gewoon even zitten, misschien nog wat thee. Het moment nog even vasthouden.