John Berger legt in Ways of Seeing bloot dat het waar en wanneer we iets zien van invloed is op wat we zien. Voor Beyond the Black Box bezoekt Rita Hoofwijk drie werken samen met een andere bezoeker en diens manier van kijken. Ze schrijft niet over het werk zelf, wel over een deel van de context van het bezoek.
Het is bijna acht uur. Buiten ligt er sneeuw, het is glad. Nick Steur, die ik vandaag volg bij het bezoeken van Triptiek van voetsperspectieven komt ietwat gehaast binnen. Ik had hem gevraagd een half uur op voorhand hier te zijn. Hier is thuis. Het is lastig in een online wereld; spontaan en ongepland iemand treffen voor een voorstelling. Dus koos ik voor een toeschouwer, meest dichtbij: mijn vriend en huisgenoot.
Zelf heb ik zojuist gekookt en gegeten via een videoworkshop van Sien Vanmaele. Nick haalt zijn falafel uit het aluminiumfolie. Zo ziet het bezoeken van de opening van een online festival eruit.
Het had een opzettelijke insteek kunnen zijn van dit festival dat zich focust op hybride kunstpraktijken; de mogelijkheden van het digitale kijken onderzoeken. Toch is de keuze geen vrijwillige. Voor Nick, om het festival en nu specifiek het werk van Johannes Bellinkx te bezoeken, is het dat wel. Hij heeft er zin in. De laptop staat als een tv-scherm klaar op tafel. Het beeld nog zwart. We drinken warme chocolademelk.
Nick vertelt dat hij een beetje moe is van een lange werkdag. Verder voelt hij zich goed. Als één van de andere SoAP-makers is Nick bekend met Johannes Bellinkx, als maker, als mens. Vanuit beide perspectieven - kennelijk niet altijd dezelfde - is Nick benieuwd naar wat hij vanavond te zien krijgt. Op de website van de Brakke Grond heeft hij één beeld al gezien, een still uit de film denkt hij. Dat het een film is waar hij naar gaat kijken, weet hij dus ook. Hoe lang deze film zal duren, weet hij niet. Het maakt hem niet zoveel uit.
Nick kent de projecten van Johannes als ‘groot’ van opzet en dat maakt hem extra nieuwsgierig nu. Misschien is het een uitprobeersel, een eerste aanraking met een nieuw medium, een andere ingang. Hij hoopt vooral niet teveel te zullen worden afgeleid, door het kijken via de laptop. Het is een kijken dat (voor hem) minder dwingend is dan in een theater of expositieruimte. Hij hoopt dat hij ‘erin kan blijven’.
We kijken samen op hetzelfde scherm. Nick vindt het gezellig. Het is ook noodzakelijk, aangezien het beeldscherm van mijn laptop sinds ongeveer een week kapot is. Voor een online festival heb je een computer nodig. Voor een film, een beeldscherm.
Het is half negen. We zitten stil naast elkaar, onze ruggen tegen de muur. Het scherm nog altijd zwart. Na een paar minuten verschijnt er: ‘Nog even geduld. De stream begint zo’. Nick gaat, in een ander tabblad, naar de online expositie. Het werk van Johannes is ook hier te zien. Toch wachten we om het dadelijk ‘live’ te kunnen bekijken.
Het is 20:38. Nick haalt een trui.
Het beeld beweegt.
- We zien de opening van Beyond the Black Box en Triptiek van voetperspectieven -
‘Ik voel me scherper’, merkt hij op, nog voor ik iets gevraagd heb. ‘Mentaal wakkerder’. We zitten nog altijd naast elkaar. De chocolademelk is op. De livestream gepauzeerd.
‘Ik zou wel willen dat ik nu met hem kon kletsen, dat hij hier was.’ Ik kijk rond in onze woonkamer en beeld me er Johannes in, die even geleden ook in onze huiskamer verscheen. Alleen via het scherm en zonder ons te kunnen zien, of horen.
Nick vond het mooi hoe Johannes in het nagesprek beschreef dat deze situatie ergens niet zo anders is; je verhouden tot wat er gebeurt, adaptief zijn. Dat dat eigenlijk is wat je als kunstenaar altijd al aan het doen bent. Het valt me op dat Nick sneller praat dan vóór het kijken. Hij zegt me zin te hebben ook iets te gaan maken nu, iets uit te proberen. Geen ‘heel project’, maar gewoon, ‘iets gaan doen’.
We klikken weer op play. De stream blijkt toch verder te zijn gegaan zonder ons en niet terug te kijken. Sommige dingen blijven live, ook of zelfs in een online festival.