Week van de Belgische muziek – in gesprek met muziekprogrammeur Daniël de Keizer
Het is de Week van de Belgische muziek: in België verklaren radiostations, podia en fans massaal de liefde aan hun lokale artiesten. We spreken muziekprogrammeur Daniël de Keizer over wat de muziek van Vlaamse grond zo bijzonder maakt.
Al bevinden we ons in hartje Amsterdam, Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond kan natuurlijk niet achterblijven. “Toen ik ervan hoorde, was ik erg enthousiast omdat het extra ruimte en aandacht biedt voor al het schoons wat de Belgische muziek te bieden heeft."
Door Lies Mensink
Wat betekent deze week van de Belgische Muziek voor jou?
"Voor de artiesten is het heel fijn dat er meer speelmogelijkheden zijn. Op Podium 19, een nieuwe pop-up cultuur tv-zender, zijn deze week bijvoorbeeld allerlei concerten en muzikale kunstuitvoeringen terug te zien.”
“Wij hebben deze week Beyond the Black Box in huis. Muziek past ook daar binnen die multidisciplinaire programmering. We hebben het Brusselse The Word Radio uitgenodigd om vrijdagavond een muzikaal getint programma te cureren, met muzikale rescores zoals die van Liew Niyomkarn, een talk met Nyege Nyege festival, MIMI en Wu-Tangu (Leaving Living Dakota), en een live show met Job Worms en Pluies. Tijdens de week van de Belgische muziek hebben we dus muziek in huis - ook al is het alleen online te zien.”
Liew Niyomkarn
Je bent geboren in Rotterdam. Hoe ontstond je eigen liefde voor de Belgische muziek?
“Die is organisch gegroeid eigenlijk. Ik heb een liefde voor muziek, die gaat letterlijk diep, ook fysiek.” Daniël stroopt z’n mouw op en toont me een getatoeëerde grammofoonplaat. “In mijn werk als manager kwam ik met artiesten en labels in contact waarbij we ook samenwerkingen zochten in België. Op die manier kwam ik met de Belgische scene in aanraking. Zonder dat ik me er echt van bewust was, deed ik toen wat ik nu ook doe, alleen dan andersom: Nederlandse artiesten ondersteunen in België.”
Hoe onderscheidt het Vlaamse veld zich van het Nederlandse?
“Daar is geen eenduidig antwoord op, maar in gesprekken die ik daarover met mensen voer, hoor ik vaak dat in België meer muziek wordt gemaakt vanuit het hart en in Nederland meer muziek vanuit het hoofd.” Daniël lacht. “Dat vind ik eigenlijk een beetje onzin: de gedachte is dat ze in Nederland commerciëler denken, maar zouden ze dat in België dan helemaal niet doen? Natuurlijk niet. Er is altijd een soort balans.”
“Het veld is naar mijn idee wel anders ingericht: in Nederland hebben we productiehuizen voor podiumkunst, maar een productiehuis dat ook ondersteuning biedt aan muzikanten zie je niet zo veel. We hebben natuurlijk Paradiso, Melkweg, de Nieuwe Oost en bijvoorbeeld een Oerol en Motel Mozaïque Festival bieden muzikanten de kans zich verder en ook interdisciplinair te ontwikkelen, maar het is hier niet de standaard zoals het dat in België wel is.”
“In Nederland heb je natuurlijk wel boekingskantoren, maar de centrale ondersteuning is anders. In Vlaanderen vormen interdisciplinaire productiehuizen een vast onderdeel in het muziekveld. Die productiehuizen zoals Jazzlab krijgen betaald om artiesten te ondersteunen en fungeren als een boekingskantoor. Dat is een goede voedingsbodem, want je kunt je daardoor beter richten op je muziek in plaats van op het zakelijke aspect.”
Welke ontwikkelingen zie je nog meer in België?
“Ik denk dat de laatste jaren Nederlandse taal heel belangrijk geworden is. In hiphop wint het Vlaams- en Nederlandstalige aan terrein; langere tijd was dat hier in Nederland niet cool. Nu zien we dat als iets echt ‘hard’ is in de hiphop, het de taal overstijgt. Het feit dat een artiest als Zwangere Guy en Bryan Mg ook hier groot zijn geworden en meespelen op platen van Nederlandse acts, toont dat de Vlaamse hiphop scene ook hier als volwaardig wordt gezien.”
“Maar ik zie het Nederlandstalige ook in andere genres terug, zowel in België als in Nederland. Een Nederlandse artiest als Sophie Straat zingt in het Jordanees over bakfietsen en gentrificatie. De Vlaamse Willy Organ heeft het over het leven, en de issues van een millennial. En iemand als Brihang die in eigen West-Vlaams accent zingt, wordt landelijk opgepikt en zelfs over de grens hier in Nederland.”
“Ook de club scene is ontzettend boeiend. Allerlei collectieven, clubs, festivals, muzikanten en andere creatieven weten elkaar daar te vinden. Ik zie ook veel genre-loze acts die meerdere disciplines beheersen; voor ons als multidisciplinair cultuurhuis is dat interessant. Veel artiesten denken niet meer vanuit genres, dat zie je wereldwijd maar ook in België. Juist door de ondersteuning van interdisciplinaire productiehuizen krijgen artiesten in Vlaanderen de kans om zich in meerdere disciplines te ontwikkelen.”
De grenzen zijn dicht; hoe probeer jij er ook in deze omstandigheden vanuit Nederland voor de Vlaamse artiesten te zijn?
“Afgelopen jaar hadden we de online serie: En Nu? waarbij we artiesten vroegen hun ervaringen en ontwikkelingen in de lockdown met ons te delen. We presenteren online programma’s zoals aanstaande vrijdag The Word Radio. Op 22 februari presenteren we samen met De Buren 'Boem Paukeslag, met muziek van onder anderen Jaouad Alloul en Fulco Ottervamger in de 24 uur van Van Ostaijen. De Nederlandse en Vlaamse artiesten die we vorig jaar samen hebben ondersteund, delen een herinterpretatie van een gedicht van Paul van Ostaijen. Die brengen we vanuit Antwerpen online in beeld. De Nederlandse acts tonen we hier in de Brakke Grond en streamen we naar daar. Artiesten die we vragen, betalen we natuurlijk fair practice: het is belangrijk hun werk op waarde te blijven schatten en juist in deze tijd ondersteuning te bieden.”
“De mogelijkheden die er zijn, proberen we aan te pakken. Zo zetten we ook online de muzikanten in het zonnetje via onze socials. Vanaf deze week sturen we wekelijks een mailing naar Nederlandse muziekprofessionals, om ze elk kwartaal op de hoogte te brengen van wat er speelt in het Vlaamse veld. Zolang de grens echt dicht blijft ondersteunen we met name op die manier en natuurlijk programmeren we vooruit en zetten we veel nieuwe samenwerkingen op, wat ook voor de toekomst ruimte zal bieden. In de toekomst wil ik muzikanten residenties aanbieden, zodat ze zich kunnen blijven ontwikkelen. Of dat nu een multidisciplinaire residentie is, in samenwerking met een andere programmalijn in ons huis of zoiets simpels als het bieden van een plek om te oefenen en iets te creëren hier in Amsterdam. Residenties zijn ook voor muziek superbelangrijk en ik werk er hard aan dat mogelijk te maken.”
“Zo werken we samen met VI.BE voor hun serie 'Sound Track'. Zij ondersteunen 15 Vlaamse acts die in heel België de ruimte krijgen zich verder te ontwikkelen, in verschillende huizen te spelen en allerlei professionals te ontmoeten. In de zomer komen ze ook naar Amsterdam toe voor een residentie en showcase.”
Fulco (door Yaqine Hamzaoui)
Ben je anders gaan nadenken over je rol als programmeur door deze crisis?
“Doordat je nu niet in de mallemolen van festival naar festival zit, krijg je nog meer tijd om na te denken. De Brakke Grond heeft onder andere een netwerkfunctie: zo zetten we veel in om artiesten in Nederland ook buitenshuis te ondersteunen. Die missie ontwikkelt zich ook nu door. Ik kan nu gesprekken voeren met festivals die ook aan het afwachten zijn en nieuwe samenwerkingen op willen starten. Met corona zie ik dat de muziekuitwisseling tussen de buurlanden ‘belangrijker’ wordt. En ik ben blij dat veel artiesten en muzikanten het afgelopen jaar, en ook nu aan het begin van het nieuwe jaar, zoveel mooie muziek blijven maken. Ik hoor wel dat programmeurs in Nederland nu sneller voor acts naar België kijken dan verderweg en dat is ondanks alles waar we nu tegenaan lopen, wel heel hoopvol.”
“Er kan nu misschien veel minder, maar er stapelen zich voor de Belgische muziek een hele hoop kansen op.”
Houd mij op de hoogte
Ontvang onze tweewekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van onze activiteiten.